Mijn adoptieverhaal

In oktober 2004 hebben mijn man en ik de diagnose ‘onvruchtbaar’ gekregen met als oorzaak : het ligt aan ’…’. We zijn meer dan een jaar bezig geweest om zwanger te geraken voordat we het medische circuit zijn ingegaan. Na een operatieve ingreep, diverse ICSI pogingen en een aantal embryo’s in de diepvries verder, besluiten we te stoppen met het medische circuit. Mijn kinderwens blijft bestaan…

In de tussentijd gebeurt er een wereldramp in een land ver bij ons vandaan. Een heleboel kinderen hebben het overleefd maar zijn hun familie kwijt en hun toekomst ziet er somber uit. Toen is ons idee ontstaan om de kinderen uit arme landen te helpen en ze bij ons een toekomst te geven door middel van adoptie. Helaas is dat helpen niet zo simpel als het lijkt. Er komen een groot aantal regels en procedures om de hoek kijken. Bovendien duurt de ‘zwangerschap’ langer dan 9 maanden en kost het een hoop geld. We schrijven ons toch in bij Stichting adoptievoorzieningen en krijgen een BKA nummer. Het is dan wachten op de voorlichtingscursus.

Deze verplichte bijeenkomsten zijn voor ons waardevol geweest. We hebben nog steeds regelmatig contact met een ander ‘adoptiestel’, veel geleerd van de lesstof en de motivatie om te gaan adopteren is gegroeid. De onderwerpen biologische moeder, achtergrond van het kind, hechting, rouw en verlies, identiteit en loyaliteit zijn aanbod gekomen. De volgende periode van wachten is aangebroken. Gesprekken met de Raad van Kinderbescherming staan op het programma. In de tussentijd hebben we open dagen van verschillende vergunninghouders bezocht.

Op verzoek van de Raad hebben we een medische keuring gedaan. We spreken de raadsmedewerker vier maal verdeeld over een periode van drie maanden.  We vertrouwen haar ons levensverhaal toe. Al in het eerste gesprek vertellen we over onder andere onze eigen jeugd en opvoeding, gezondheid, geloof, werk, huis en bezittingen. Het volgende gesprek hebben we gepraat over onze kinderloosheid en de verwerking daarvan, wat de reden is van adoptie, waarom bij voorkeur 2 kinderen tegelijk en de gewenste leeftijdcategorie. De derde keer is de medewerker met een stagiaire bij ons thuis geweest. Op vragen als “wat verwacht je van je kind, wat doe je als het gepest wordt en wanneer vertel je over het verleden” hebben we in alle eerlijkheid geantwoord. In het laatste gesprek worden nog een aantal door de Raad veronderstelde onzekerheden besproken en sluiten we af met de vraag: “hoe zien wij de toekomst van ons kind?” Kernwoorden zijn volgens ons: gelukkig-gezond-zelfstandig-respectvol. Tijdens het laatste bezoek aan de Raad mogen we het rapport lezen en krijgen we de toestemming voor het opnemen van 1 of 2 kinderen tegelijk in ons gezin. We kiezen in eerste instantie voor Stichting Wereldkinderen en het is wachten op een intakegesprek.

Gezien ons gezinsrapport en voorkeuren komen 5 landen in aanmerking, meldt een medewerker van Stichting  Wereldkinderen. De voor- en nadelen van elk land worden besproken en de conclusie is dat onze keuze valt op Ethiopië. De wachttijd vanaf dat moment bedraagt minimaal 2 jaar en volgens de voorwaarden van deze vergunninghouder komen we niet in aanmerking voor een sibling. Na een telefoontje met Stichting Afrika besluiten we te switchen van vergunninghouder en het inschrijfgeld over te maken. De wachttijd zal hetzelfde zijn, maar er zijn mogelijkheden voor adoptie van een sibling en daar gaat ons verlangen naar uit. We vinden het heel belangrijk dat broertjes of zusjes iets aan elkaar kunnen hebben in de toekomst.

De procedure bij Stichting Afrika begint met een bezoekje thuis bij andere adoptieouders die via deze vergunninghouder geadopteerd hebben. Een paar weken later mogen we de documenten gaan verzamelen die naar Ethiopië gestuurd zullen worden.  Dat is nog een groot karwei. We vragen uittreksels op bij de gemeente en handtekeningen van een notaris, pastoor, onze zorgverzekeraar en de werkgever. De stap erna is legaliseren van documenten bij de rechtbank en het Ministerie van Justitie en Buitenlandse Zaken in Den Haag. Als alle documenten goedgekeurd en compleet zijn leveren we deze in op kantoor van Stichting Afrika en maken we het restant bedrag over. De stichting zorgt voor de vertaling van alle documenten, legalisatie in Brussel en verzending naar de ambassade in Ethiopië. Wij kunnen aan de slag met de kinderkamer. Of het een jongen of meisje wordt, 1 of 2, dat is afwachten. Stichting Wereldkinderen besluit tijdelijk te stoppen met adopteren uit Ethiopië nadat misstanden aan het licht zijn gekomen. Op dat moment zijn we opgelucht dat Stichting Afrika adoptie uit Ethiopië niet stop zet. De onzekerheid en mijn ongeduld nemen wel toe.

Door wanhoop en het lange wachten ben ik geneigd om onze wens op een gezonde sibling bij te stellen en aan te passen naar special need, ook al weet ik dat het geen goed argument is. We doen het niet en wachten af. We maken een reis naar Gambia en proeven de Afrikaanse cultuur. Ons verlangen wordt steeds groter. Ik wil net als mijn vriendinnen ook mama worden! Ik verzamel spullen om mee te nemen naar Ethiopië zodat ik toch op enige manier ermee bezig ben. De kinderkamer is klaar en mijn dromen over moeder worden nemen toe.

Op maandag 8 december 2008, als ik ziek thuis ben van het werk omdat ik het allemaal even niet meer trek, word ik gebeld door Stichting Afrika. Ze hebben een voorstel voor ons: een sibling, 2 jongens, eentje is een half jaar oud en de ander 3 of 4, hun namen zijn Mihret en Rufael, een foto wordt per mail verzonden! Eindelijk!! Ik ben blij en kan het bijna niet geloven, tranen rollen over mijn wangen. Volgend jaar gaan we ze ophalen. Jippie!!!

De tijd vliegt voorbij en gaat voor het eerst in de afgelopen vier jaar eens snel voor de verandering! Ook heb ik weer eens zin in Kerstmis en dat soort feestdagen. Nooit verwacht dat alleen zulk nieuws mij zo intens vrolijk kon maken!? Een medewerker van Stichting Afrika reist begin volgend jaar af naar Ethiopië om kennis te maken met een nieuwe contactpersoon daar en de procedures te bespreken. Zij neemt twee knuffels mee naar onze kinderen en twee fotoboekjes. Ik heb voor ieder een boekje gemaakt met een foto van hem zelf voorop en binnenin foto’s  van ons, hun nieuwe papa en mama, ons huis waar ze gaan wonen, de dieren waar ze mee kunnen spelen maar ook opa en oma, ooms en tantes, neefjes en nichtjes.

Als de documenten vier maanden later zijn goedgekeurd door de rechter in Ethiopië mogen we, na het afreisgesprek bij Stichting Afrika, 4 weken later afreizen. We reizen samen met een ander stel dat hun derde kindje gaat ophalen en de eerder geadopteerde dochters thuis laat.

De reis van mijn leven vangt aan op 30 mei 2009. Ik vertrek samen met mijn man vanaf Schiphol met KLM richting Khartoem (Soedan) alwaar we een tussenstop maken. In de avond komen we aan op Bole International Airport in Addis Abeba (Ethiopië) en met de taxi worden we naar het Desalegn Hotel gebracht. De volgende dag vertrekken we vroeg naar Awassa waar onze jongens ook een tijdje in een tehuis hebben gewoond. Onze chauffeur Abbi probeert de reis zo aangenaam mogelijk te maken door in gebrekkig Engels met ons te communiceren. In het primitieve opvanghuis krijgen we een rondleiding, maken foto’s en delen speelgoed uit aan de kinderen. Die avond slapen we in het South Spring Hotel en gaan op tijd naar bed. De volgende dag staat een bezoek aan de biologische moeder van Rufael en Mihret op de planning.

We staan alweer vroeg paraat voor onze trip naar Dilla, de geboorteplaats van Rufael en Mihret. Tijdens onze 2 uur durende rit naar Dilla zijn we verrast door het geweldige landschap en de groene omgeving. In mijn hoofd ben ik alleen maar bezig met de vragen die ik aan de moeder wil stellen. Als we aankomen bij het children home, blijkt tot onze grote verbazing de moeder van Rufael en Mihret al op ons te wachten. Ze heeft 2 kinderen meegenomen, haar neefje en nichtje zoals ze zelf zegt. Rufael lijkt sprekend op haar.  Ze kijkt verdrietig, doet onderdanig en verstaat geen woord Engels. Met hulp van de tolk kunnen we veel vragen aan haar stellen, al spreken de antwoorden zich vaak tegen met de informatie die wij al eerder vernomen hebben. Uit respect voor haar en onze kinderen houden we de inhoud graag voor ons zelf. Het komt erop neer dat zij niet meer voor de opvoeding van haar zonen kan zorgen. Zij blijkt 35 jaar oud te zijn en verdient 9 Birr (+/- €0,63) per dag als kruier. We besluiten haar en de kinderen te trakteren op een lunch en kopen nieuwe schoenen voor alle drie. Ik overhandig haar een hanger met twee foto’s van de jongens erin en geef haar een zak met kleren. Ook al verloopt communicatie moeizaam, de moeder voelt zich steeds meer op haar gemak en nodigt ons uit om haar “huis” te bezoeken.

Nabij het ziekenhuis van Dilla woont zij tezamen met vele andere mensen in een soort compound. In haar lemen hutje staan 2 stoelen en hangt een afbeelding van Maria, verder niets maar dan ook helemaal niets. Ze toont enige emotie, maar ook wel trots. We mogen foto’s maken en filmen en ze laat ons haar tuintje zien. Het afscheid nemen is moeilijk. Zij verbergt haar tranen van verdriet en misschien wel wanhoop. Ik vind het heel erg rot voor haar maar ben dankbaar dat ze mij de kans geeft om moeder te zijn en blij dat ze de jongens een betere toekomst gunt.

Als ik een dag later voor het eerst de jongens mag ontmoeten, verandert mijn leven voor altijd. We worden door zuster Lutgarda van kindertehuis Kidane Mehret naar een soort van woonkamer gebracht om voorgesteld te worden aan onze zonen. Best raar als je ze opeens live ontmoet terwijl je ze al in je hart gesloten hebt. In het echt zijn ze uiteraard nog mooier, liever en groter dan op de foto’s van een half jaar geleden. Met een balletje en een knuffel verdwijnt de spanning bij Rufael. Mihret laat zich met een flesje melk in de mond lekker knuffelen. Rufael laat ons vervolgens zijn slaapkamer zien en geeft ons een rondleiding in het tehuis. De bedoeling van het eerste bezoek is om kennis te maken en het contact elke dag uit te breiden maar het verloopt anders. Rufael wil meteen met ons mee en volgens mij gaan de zusters daar ook van uit. In onze hotelkamer staat één tweepersoonsbed en hebben we de aankomst van onze kinderen nog niet gemeld maar we willen met name Rufael niet in de steek laten. We besluiten uiteindelijk Rufael mee te nemen en Mihret nog voor 1½ dag in het tehuis te laten. Ik vind het erg moeilijk om het kleine mannetje uit mijn armen huilend in het bedje te leggen maar ik troost me met de gedachte dat we hem zo snel mogelijk zullen ophalen als alle voorzieningen zoals een kinderbedje en de juiste melkpoeder geregeld is.

Met veel angst en onbegrip in zijn ogen stapt Rufael met ons in het taxibusje. In de hotelkamer begint hij te huilen. We bellen Senayit, contactpersoon van Stichting Afrika in Addis, om hem in het Amhaars gerust te stellen. Dan gaan we eten in het restaurant en bestelt hij bij de bediening hetzelfde gerecht als zijn moeder de dag ervoor met ons genuttigd heeft… injerra met beef. Rufael is een beetje verlegen en begrijpt niets van wat we zeggen maar hij leert snel. Met hulp van handen en gebaren laat hij zien wat hij wil of nodig heeft. Door middel van een simpel boekje en telkens benoemen wat we doen, leren wij hem woorden als wc, eten, drinken, auto, bal, ja, nee, goed. Aan de hand van een fotoboekje stellen we onszelf, onze huisdieren, familie en vrienden voor en oefenen we namen. Op het moment van bedtijd wordt het weer een beetje moeilijk voor Rufael en besluiten we alle drie in ons eigen bed te gaan liggen. Rufael valt huilend in slaap.

Heel vroeg in de ochtend gaan zijn oogjes weer open en kijkt hij zoekend om zich heen. Met het ochtendritueel van wassen, tanden poetsen en aankleden begint de dag. Rufael is vrolijk en geniet van het speelgoed en de tv. Hij is chef afstandsbediening en leeft zich uit met zang en dans. Tijdens het ontbijt zien we het andere adoptiestel en Rufael vindt het fijn om zijn vriendje te zien. Als we met hen de straat op gaan, komen we erachter dat Rufael bang is voor mannen in uniformen en voor auto’s. Ik maak een praatje met een geüniformeerde bewaker van ons hotel en Rufael kijkt zijn ogen uit. In de taxi zit Rufael zenuwachtig tussen ons in en neemt alles op wat er gebeurt. In de shoppingmall kopen we enkele nuttige artikelen en gaan dan weer terug naar onze hotelkamer. Rufael valt op de bank in slaap.

Later op onze eerste dag samen barst weer een huilbui los bij Rufael. Wij begrijpen niet waarom, proberen hem te troosten en zoeken afleiding. Even later bezoekt Senayit ons en stelt zij Rufael gerust. Ze zegt dat Rufael aangeeft dat hij Mihret mist. Hij moest in het tehuis altijd met Mihret gaan spelen als Mihret aan het huilen was. We maken hem duidelijk dat we zijn broertje morgen gaan ophalen. Na zijn eerste wasbeurt waarbij hij samen met Roger vanuit bad mama met een waterpistool heeft nat gemaakt, valt hij ontspannen in slaap en krijgen wij even de tijd om deze bijzondere dag in ons op te nemen.

Als we de volgende dag met de taxi bij het tehuis aankomen, rent Rufael als een hazewind door de poort naar zijn klasje. Het afscheid nemen van zijn maatjes is meer dan emotioneel en ontroerend. Zijn beste maatjes geeft hij uit zichzelf een kus en een knuffel en hij deelt +/- 100 pennen uit aan zijn leeftijdgenoten. Dan sprint hij naar binnen op zoek naar zijn broertje en om afscheid te nemen van zusters, personeel en de andere jongere kinderen. Hij gedraagt zich als een gentleman en loopt te pronken met zijn zonnebril. Hij vergeet niemand. Van hoofdzuster tot wasdame: iedereen krijgt een knuffel. Het is zeker geen allemansvriendje, maar wel super sociaal. Wij nemen afscheid van onder andere zuster Camilla en bedanken haar voor de goede zorgen. Eindelijk mag ik Mihret in mijn armen sluiten. Nu is het voor altijd!

De dagen erna proberen we een ritme van eten, bewegen en slapen te creëren. Senayit belt vaak en spreekt Amhaars per telefoon met Rufael. Hij heeft regelmatig huilbuien en daar heeft hij blijkbaar ook de eerste weken in het tehuis last van gehad.  Mihret heeft continue diarree. Hij wordt ongeveer 5 x per nacht huilend wakker en voelt zich niet lekker. We besluiten met hem naar een ziekenhuis te gaan. Hij heeft koorts en hoestbuien en poept zich minimaal drie keer per dag helemaal vol. Mihret is volgens de arts redelijk in orde. Testen moeten wel nog uitwijzen of er sprake is van en infectie of een parasiet. In ieder geval is ORS met water noodzakelijk om toch iets van zouten en mineralen binnen te houden. Onze eerste dagen en nachten in Addis Abeba met z’n 4en zijn niet gemakkelijk maar het voelt goed.

Op de laatste dag kopen we nog 2 cd’s met Amhaarse muziek en pakken we het koffer in. Rufael loopt trots met een rugzak vol met speelgoed door de hotelkamer. Op het vliegveld staat op het bord bij de vlucht van KLM Amsterdam “delayed”. Even later gaan geruchten dat één van de motoren gebreken vertoont die hersteld dient te worden en dat de vlucht geannuleerd wordt. We worden ondergebracht in het Continental Hotel nabij het vliegveld, zonder koffers en speelgoed met alleen handbagage. Een ware nachtmerrie. Rufael wordt panisch op de nieuwe hotelkamer en schreeuwt alles bij elkaar. 30 Uur vertraging is een feit. De vlucht met twee tussenlandingen gaat gelukkig goed  en we zijn blij als we in plaats van zondagavond op dinsdag 8 juni 2009 landen op Schiphol.

De eerste weken thuis hebben we met zijn 4en rust en regelmaat gevonden. We hebben veel gewandeld en Rufael fietst graag. Elke dag tussen 1 en 3 ‘s middags slapen we, Rufael op de bank en Mihret in zijn bedje. ‘s Avonds en ‘s nachts liggen de jongens samen op 1 slaapkamer na een lekker warm bad. De aardappels, groenten en vlees gaan er goed in, maar ook pizza en chinees vinden ze allebei lekker. Mama gaat regelmatig met de jongens zwemmen. Papa neemt zijn zonen graag mee naar het voetbalveld. Ook van paardrijden en het spelen in de speeltuin wordt volop genoten.

In de eerste maanden groeit Rufael steeds meer naar mij toe en zijn drift- c.q. huilbuien nemen af. Hij oefent halve dagen in groep 1 van de basisschool en vindt het erg leuk. Met logopedie leert hij de Nederlandse taal erg snel. Rufael is niet bang om iets te leren. Fietsen en zwemmen heeft hij zo onder de knie. De dag van zijn 5e verjaardag op 16 december heeft hij hoge koorts, waarschijnlijk van de griepspuit. Rufael is blij verrast dat wij hem een eigen slaapkamer hebben gekocht en het hele huis hebben versierd met slingers en ballonnen. ‘s Morgens komen vriendjes op bezoek en ‘s middags familie, allemaal met kadootjes voor hem. Rufael geniet met volle teugen. Zijn eerste bezoek aan de tandarts heeft opgeleverd dat er onder narcose 5 rotte tanden getrokken worden. Rufael laat zich niet tegenhouden door de kou als de eerste sneeuw valt, al heeft hij dit witte goed nog nooit gezien.

Medisch onderzoek naar de diarree van Mihret heeft opgeleverd dat hij een parasiet met zich mee draagt waarvoor het hele gezin behandeld wordt. In eerste instantie denken de artsen aan ondervoeding als oorzaak maar na een tijd komen we erachter dat Mihret een lactose intolerantie heeft (zoals heel veel kinderen met een donkere huidskleur). Hij groeit ondertussen gelukkig wel goed en heeft ook al zijn eerste pasjes gezet. Het lopen wordt rennen en hij leert al snel Limburgs dialect. Als het om eten gaat, blijft hij een driftkikker die net als zijn broertje verzot is op vlees. Mihret is ook een pechvogel als het om gezondheid gaat. Zo heeft hij een koortsstuip gehad en is hij een gat in zijn hoofd en been gevallen dat gehecht moest worden in de eerste paar maanden dat hij in Nederland woont.

Inmiddels zijn het stevige, gezonde boys die ieder op hun eigen manier gelukkig zijn. Ze voelen zich thuis in Posterholt. Het zijn echte broertjes die elkaar niet kunnen missen. Wij zijn blij dat we deze twee lieve jongens in ons gezin opgenomen hebben. Ik ga elke dag meer van ze houden en dat zal voor altijd zo blijven!

IMG_6398